Overslaan en naar de inhoud gaan

‘In de ban van Tsjernobyl’: SCK CEN’s TV-tip toegelicht

13 mei '20

Net als vele Vlamingen keek ook SCK CEN reikhalzend uit naar de documentaire ‘In de ban van Tsjernobyl’. In die documentaire liet journalist en Ruslandkenner Jan Balliauw de Canvas-kijkers de kernramp van Tsjernobyl opnieuw beleven vanuit de ogen van o.a. de befaamde ‘duikers’ (Aleksej Ananenko), een lokale partijfunctionaris (Sergei Parasjin) en nabestaanden (Oleg, zoon van Viktor Broechanov, directeur van de kerncentrale). Zoals het gepassioneerde onderzoekers betaamt, legt SCK CEN enkele uitspraken spreekwoordelijk onder de microscopische loep.

SCK CEN - In de ban van Tsjernobyl (2020)

Journalist Jan Balliauw vertrok samen met zijn cameraploeg naar Oekraïne: met een stevige bagage aan cameramateriaal en kennis. Voor de reis bracht de VRT-ploeg namelijk een bezoek aan SCK CEN om onze wetenschappers met vragen te overstelpen. Wat is radioactiviteit? Wat is straling? Becquerel, Gray en Sievert, in welke eenheden wordt radioactiviteit nu uitgedrukt? Welke symptomen horen er bij stralingsziekte? Waarom stelde men een beduidende stijging van schildklierkanker vast bij personen, die ten tijde van het ongeval kind waren? Nu de documentaire werd uitgezonden, kriebelen onze wetenschappelijke genen om sommige uitspraken uit de documentaire extra toe te lichten. Alvorens we van wal steken, keren we eerst terug naar vrijdag 25 april 1986. Enkele uren voor het ongeval.

Hoe kon het ongeval zich voordoen?

Op vrijdag 25 april 1986 verminderden de operatoren het vermogen van de reactor. Om 14u leverde de reactor nog de helft van zijn maximaal vermogen en was hij klaar om een testprogramma uit te voeren. De veiligheidstest werd – op vraag van de elektriciteitsmaatschappij – omwille van het hoge energieverbruik uitgesteld. Negen uur later kreeg de centrale pas toestemming om met de elektriciteitsproductie te stoppen en met de veiligheidstest te starten. Het vermogen daalde te laag: op dat moment hadden de operatoren de test moeten staken en de reactor moeten stilleggen, maar toch lieten ze die doorgaan.

SCK CEN - In de ban van Tsjernobyl (2020)

Om het vermogen te verhogen, werden er meer controlestaven uit de kern getrokken dan toegelaten. Op 26 april 1986 om 1u22 ging de veiligheidstest van start, en werd de automatische beveiliging uitgeschakeld. 1 minuut later sloten technici de stoomturbine af. De koelpompen van de reactor begonnen stil te vallen, maar het vermogen van de reactor nam toe (in plaats van af). Om 1 uur 23 min 40 sec drukten de operatoren de knop AZ-5 in om de controlestaven te laten vallen en de reactor dus manueel te stoppen. Enkele seconden later voelden ze in de controlezaal enkele schokken. Waarnemers buiten de centrale hoorden twee ontploffingen. Stukken brandend materiaal vlogen in de lucht en staken het turbinegebouw in brand. Het ongeval werd als een ongeval van categorie 7 beschouwd op de INES-schaal, de hoogst mogelijke waarde.

Kan een dergelijk ongeval in België gebeuren?

Reactor 4 in Tsjernobyl is een RMBK-type reactor. De afkorting RBMK staat voor het Russische ‘Reaktor Bolsjoj Mosjtsjnosty Kanalny’, wat zoveel betekent als ‘reactor van groot vermogen met kanalen’. Die reactoren verschillen fundamenteel van de reactoren die in België en andere westerse landen gebruikt worden. Een onstabiele werking waarbij het vermogen steeds zou toenemen, is niet mogelijk in een drukwaterreactor zoals die in Doel of Tihange. De reactoren in Doel en Tihange zijn zo gebouwd dat een temperatuurstijging van het koelwater altijd aanleiding zal geven tot een vermogendaling. Reactor 4 in Tsjernobyl had geen overkoepelend reactorgebouw. Westerse reactoren zoals Doel en Tihange daarentegen hebben extra metalen en betonnen barrières, die zowel aan interne druk als uitwendige krachten (bv. vliegtuigcrash) kunnen weerstaan. Die barrières zouden een ongecontroleerde uitstoot van radioactieve stoffen moeten voorkomen.

“Er viel geen regen, zo bleef België van de ergste besmetting gespaard.”
Jan Balliauw
SCK CEN - In de ban van Tsjernobyl (2020)

Bij de brand kwam er heel wat radioactiviteit in de atmosfeer terecht. De wind nam de radioactieve deeltjes samen met de rookwolk mee, verdunde ze en verspreidde ze over een grote afstand. In de nacht van 1 op 2 mei passeert de radioactieve wolk over België. Gelukkig was het een heldere nacht en scheen de zon de dag nadien volop. Hierdoor bleef België van de ergste besmetting gespaard. Hoe komt dat? “We maken hier het onderscheid tussen droge depositie enerzijds en natte depositie anderzijds”, verduidelijkt Nele Horemans, radio-ecoloog bij SCK CEN. “Onder droge depositie verstaan we dat radioactieve deeltjes zich vasthechten aan voorwerpen, die de radioactieve wolk op zijn pad tegenkomt en raakt. Natte depositie – fall out in het Engels – is een wetenschappelijke term voor radioactieve neerslag. De term spreekt voor zich: radioactieve deeltjes valt samen met de regendruppels naar beneden. Hierdoor hebben we een hogere afzetting van radioactiviteit dan bij droge depositie.”

“In Oostenrijk groeien er speciale paddenstoelsoorten die langer radioactief blijven dan andere.”
Wolfgang Schuerrer

In Oostenrijk regende het op het moment dat de radioactieve wolk over het land trok. Hierdoor kwam er tien keer meer cesium in de bodem terecht dan in België. De inwoners werden meteen verwittigd om geen paddenstoelen in het bos meer te plukken, maar waarom? “Paddenstoelen, of zwammen, zijn de vruchtlichamen van schimmels. Vanuit het mycelium, het ondergrondse schimmeldradennetwerk, vormen deze schimmels de paddenstoelen. Schimmels nemen efficiënt ionen op, waaronder dus ook het radioactieve cesium. Ze zijn dan ook een van de organismen met de hoogte cesiumniveaus en vormen zo voor de mens een mogelijke contaminatiebron via voeding”, legt Nele Horemans uit. Er werd ook – zelfs jaren na het ongeval – een verhoogde activiteit in het everzwijnenvlees gedetecteerd. Het vlees dat de limiet van 600 Bq/kg oversteeg, was echter beperkt. Dat blijkt uit een uitgebreide studie van het Oostenrijkse instituut van gezondheid en voedselveiligheid (AGES).

SCK CEN - In de ban van Tsjernobyl (2020)

Hoe komt dat net everzwijnen zoveel radioactieve deeltjes bevatten? “Everzwijnen eten graag paddenstoelen, al is dat niet de enige verklaring. Ze wroeten ook in de bovenste laag van de grond, m.a.w. daar waar tot op vandaag de meeste cesiumcontaminatie aanwezig is”. Over de jaren heen heeft cesium zich wel aan kleipartikels in de bodem vastgezet, waardoor planten of paddenstoelen ze minder gemakkelijk kunnen opnemen. Het niveau in Oostenrijk ligt te laag om een aanzienlijke dosis aan mens te kunnen geven. “Als je tien stevige porties van het volgens de AGES-studie meest gecontamineerde vlees zou eten, krijg je een dosis van ongeveer 0,15 mSv. Dat is de helft van de dosis die we jaarlijks – door de natuurlijke radionucliden in onze voeding (bv. kalium-40) – binnenkrijgen. We kunnen dus naar hartenlust een everzwijnsteak met paddenstoelensaus uit Oostenrijk eten”, besluit Nele.

“Het onderzoek van Professor L. Michel is te kleinschalig om conclusies te trekken.”
Jan Balliauw

In de jaren ’90 werd er wereldwijd een verhoging van schildklierkanker bij kinderen en jonge adolescenten vastgesteld. “Onmogelijk om die verhoging aan de kernramp van Tsjernobyl te linken,” verklaart Nele Horemans, “want het aantal schildklierkankers nam ook toe in gebieden waar er geen verhoogde blootstelling is geweest. Neem bijvoorbeeld Canada en VS.” Wat zou die toename dan wel kunnen verklaren? De geneeskunde maakte vorige eeuw grote sprongen vooruit. Verbeterde diagnosetechnieken deden hun intrede, maar ook een veranderd eetpatroon of andere milieuvervuilende stoffen kunnen volgens de onderzoekster een rol gespeeld hebben.

Te kleinschalig

Prof. Luc Michel (UC Louvain) beweert echter dat – na Tsjernobyl – het aantal schilklierkankerpatiënten in België is gestegen. In de periode tussen 1986 en 2015 bestudeerde hij 2350 patiënten: 175 waren ten tijde van de kernramp in Tsjernobyl jonger dan 15 jaar. In die leeftijdscategorie (-15 jaar in 1986) bleek bijna één op vijf patiënten schildklierkanker te hebben, terwijl in de andere leeftijdscategorie (+15 jaar in 1986) slechts bij acht procent schildklierkanker werd vastgesteld.“Het is moeilijk om die hypothese op basis van zulk een klein aantal patiënten hard te maken”, aldus Horemans. Ze plaatst ook vraagtekens bij de controlegroep. In de studie van Prof. Michel hadden alle patiënten schildklierproblemen. Interessanter zou zijn om die kankerpatiënten te vergelijken met personen die in 1986 jonger dan 15 jaar waren en geen schildklierproblemen hebben. “Zo kan je andere invloeden beter uitsluiten”, aldus Horemans.

Tot slot wijst ze erop dat prof. Michel de opgelopen stralingsdosis niet mee in rekening bracht. “De radioactieve wolk vloog voornamelijk over het oostelijke deel van België. Elke burger heeft dus niet dezelfde stralingsdosis opgelopen”, licht ze toe. “Het is daarom belangrijk om de locatie van de patiënten mee in rekening te brengen. Waar bevond de patiënt zich op het moment waarop de wolk over België trok? Welke stralingsdosis heeft die persoon opgelopen? Die informatie is essentieel, als je een verband tussen Tsjernobyl en het stijgende aantal kankers wil aantonen.”

“Op 4 april 2020 ontstaan zware bosbranden in de verboden zone, 34 jaar na de ramp komen er opnieuw radioactieve deeltjes in de lucht terecht.”
Jan Balliauw
20200404_Bosbranden Tsjernobyl

Oekraïne kampte in april met bosbranden in de zogenaamde vervreemdingszone rond de kerncentrale van Tsjernobyl, waar zich in 1986 de zwaarste kernramp uit de geschiedenis voltrok. Hierdoor komt er weer radioactiviteit in de atmosfeer terecht, maar is ongerustheid nodig? Brachten de weeromstandigheden de radioactiviteit uit de brandende bossen naar België? SCK CEN en het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) monitorden de brand op de voet.

Lees meer

Tsjernobyl: eye opener and game changer

De wereld heeft drie grote kernrampen gekend: Three Mile Island in de Verenigde Staten (1979), Tsjernobyl in Oekraïne (1986) en Fukushima in Japan (2011). De kernramp van Tsjernobyl was een eye opener van formaat. In België en elders ter wereld werden er nucleaire noodplannen uitgerold, controle-organen in het leven geroepen en meetsystemen om radioactiviteit te detecteren, geactiveerd. FANC bracht die veranderingen in kaart. 

Lees meer >

Deel dit artikel