Overslaan en naar de inhoud gaan

300 Belgische sensoren aan boord van Artemis I

15 november '22

SCK CEN brengt blootstelling aan kosmische straling bij maanmissies mee in kaart

Driehonderd Belgische sensoren vliegen met de Artemis I-missie mee naar de maan. Die sensoren komen van het nucleaire onderzoekscentrum SCK CEN en hangen, met nog zo’n 10 900 andere sensoren, aan de poppen Helga en Zohar. Beide poppen zullen de blootstelling aan kosmische straling tijdens een maanmissie in kaart brengen en tegelijk een speciaal ontworpen ruimtevest testen. ©Foto's/video's: NASA en DLR

SCK CEN - Artemis I - MARE-experiment (2022)

Morgen lanceert de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA haar gloednieuwe maanraket SLS (Space Launch System). Die 98-meter hoge raket zal het ruimteschip Orion in een baan om de maan katapulteren. Dat ruimteschip is ‘bemand’ met drie poppen. De poppen die meevliegen, meten zorgvuldig alle omstandigheden aan boord. Commandant Moonikin Campos – de pop van NASA – meet de druk en belasting die astronauten bij de lancering ondervinden. De twee andere poppen – Helga en Zohar – brengen de blootstelling aan kosmische straling tijdens een maanmissie in kaart.

“Helga en Zohar zijn uitgerust met maar liefst 11 200 sensoren. Driehonderd daarvan komen van ons onderzoekscentrum”, aldus een trotse Olivier Van Hoey, dosimetrie-expert bij SCK CEN. “De sensoren meten de stralingsdosis die astronauten bij dergelijke missies zullen oplopen – tot op orgaanniveau!”

SCK CEN - Artemis I - MARE-experiment (2022)

Speciaal ontworpen ruimtevest

Doel van de missie is ook om een speciaal ontworpen ruimtevest uitvoerig te testen. Biedt die ruimtevest bescherming tegen kosmische straling? Om het effect van die vest te bepalen, voert het internationale consortium – onder wie SCK CEN – een experiment uit. Tijdens de Artemis I-missie draagt de Duitse pop Helga geen vest, haar Israëlische zus Zohar wel. “We plakten bij beide poppen een 100-tal dosimeters aan de buitenkant – naar analogie van het menselijke lichaam ter hoogte van de huid. Wat we op die plaats meten, vertelt ons veel over de dosis die we in meer stralingsgevoelige organen zullen vinden. Denk bijvoorbeeld aan de maag, de longen of de baarmoeder. Bij Zohar – de pop met vest – herhalen we dat, maar plaatsen we 100 extra detectoren bovenop de vest. Dat geeft ons de kans om de stralingsblootstelling tussen beide poppen te vergelijken, het stralingsverschil bij het dragen van een ruimtevest te berekenen en op die manier de bescherming ervan na te gaan”, verduidelijkt Olivier Van Hoey.

Acht laboratoria

Er zijn naast SCK CEN wereldwijd nog acht andere laboratoria die hetzelfde zullen doen, met vergelijkbare detectoren. “Als alle laboratoria onafhankelijk van elkaar tot dezelfde conclusies komen, vergroten we de betrouwbaarheid van de resultaten. Dat is van groot belang”, vervolgt Olivier Van Hoey. Astronauten worden namelijk blootgesteld aan hoogenergetische kosmische straling, komende van de zon of ontplofte sterren buiten ons zonnestelsel. Die ioniserende straling kan op termijn aanleiding geven tot een verhoogde kans op kanker of een andere gezondheidsimpact. “Als we astronauten op toekomstige ruimte-, maan- en zelfs marsmissies beter willen beschermen, moeten we de ruimteomgeving in detail kennen en zeker zijn van die gegevens.”

We vergelijken de stralingsblootstelling tussen beide poppen, berekenen het stralingsverschil bij het dragen van een ruimtevest en gaan op die manier de bescherming ervan na.
Olivier Van Hoey, dosimetrie-expert bij SCK CEN

MARE-experiment

Dit experiment luistert naar de naam ‘MARE’, wat een acroniem is voor ‘Mastroshka AstroRad Experiment’. Het is een samenwerking tussen het DOSIS 3D-team, NASA, Lockheed Martin, de Israëlische ruimtevaartorganisatie ISA en StemRad. Dat Israëlische bedrijf ontwikkelde de AstroRad-stralingsbeschermingsvest. Het DOSIS 3D-team brengt experten samen van België, Duitsland, Hongarije, Oostenrijk, Polen, Tsjechië, Zwitserland, Japan en China. Het team stuurt al jaar en dag detectoren naar de Columbus-module van het Internationaal Ruimtestation ISS, en staat onder leiding van  het Duitse onderzoekscentrum voor lucht- en ruimtevaart DLR.

In vijf dagen naar de maan

Met een snelheid van 40.000 km/u duurt het slechts vijf dagen voordat Orion de maan bereikt. Daar zal het circuleren om 26 tot 42 dagen later weer op aarde te landen. Het scheert op 100 kilometer van het maanoppervlak, maar vliegt er ook 65.000 kilometer aan voorbij. Op dat punt bevindt Orion zich 450.000 kilometer van de aarde. Verder is een mens nog nooit eerder geweest!

Deel dit artikel